Wat is een CT-scan?

Wat is een CT-scan?


Een CT-scan laat een doorsnede van uw lichaam als een soort ‘plakje’ zien. De radiologisch laborant maakt de CT-scan met een Computer Tomograaf (afgekort CT). Dit apparaat maakt met röntgenstralen en een computer afbeeldingen van uw organen, botten of weefsels.

CT-scan met contrastmiddel
Om sommige aandoeningen met een CT-scan in beeld te brengen is een contrastmiddel nodig. U krijgt het contrastmiddel via een bloedvat in uw arm ingespoten. Het inspuiten van het contrastmiddel geeft heel even een warm gevoel. Bij CT-scans van de buik kan het zijn dat u ook een bekertje contrastvloeistof te drinken krijgt. Door het contrastmiddel is er verschil te zien tussen weefsels. Heeft u contrastvloeistof ingespoten gekregen? Dan verdwijnt deze uit uw lichaam via de urine. Drink na het onderzoek extra veel water. Dan raakt u de contrastvloeistof sneller kwijt.

Hoe wordt een CT-scan gemaakt?
Het apparaat ziet eruit als een grote kast met daarin een ronde opening. U ligt tijdens het onderzoek op een smalle tafel. Deze tafel schuift langzaam door de opening. De laborant bedient het apparaat vanuit een aangrenzende ruimte en houdt u in de gaten via een ruit. Via een luidspreker kunt u contact hebben met de laborant. Van het onderzoek voelt u niets. Een CT-scan duurt vaak 10 tot 20 minuten. Na een CT-scan mag u meestal direct naar huis. Als u contrast ingespoten heeft gekregen dan moet u nog 10 minuten in de wachtkamer blijven zitten. Als u zich daarna goed voelt, dan mag u naar huis.