De onzichtbare gevolgen
Veel patiënten hebben na een SAB (bloeding uit een aneurysma) last van prikkelbaarheid, concentratiezwakte, vergeetachtigheid en hoofdpijn. Dat kan er toe leiden dat u moeite heeft om uw dagelijkse activiteiten uit te voeren en dat terugkeer naar uw werk bijvoorbeeld veel tijd kost. Soms zijn er veranderingen in uw persoonlijkheid en/of uw karakter ontstaan.
Onzichtbare gevolgen zijn lastig en worden vaak niet begrepen. Het kan leiden tot ‘conflictjes’ thuis. Ook uw familie heeft vaak moeite met het feit dat u veranderd bent. Er is echter cognitieve behandeling mogelijk. Deze behandeling is niet gericht op het herstel van uw cognitieve functies. Door woordenlijsten uit het hoofd te leren of door memory te spelen verbetert uw geheugen bijvoorbeeld niet. Het langdurig oefenen van een taak leidt wel tot verbetering op die taak, maar dit effect wordt niet automatisch vertaald naar andere taken. Iemand wordt dus misschien wel goed in memory spelen, maar dit zal niet leiden tot het beter onthouden van afspraken of boodschappenlijstjes. Zie de column ‘Onzichtbare gevolgen‘ geschreven door professor dokter Anne Visser-Meily, hoogleraar Revalidatiegeneeskunde bij UMCU (Hersenletsel Magazine voorjaar 2013).
Compenseren!
Cognitieve functies zijn geen spieren die sterker worden door veel te trainen. Het is daarom effectiever om met uw cognitieve klachten te leren omgaan. Dit heet ‘compenseren’. Compenseren betekent dat u taken en activiteiten op een andere manier gaat uitvoeren dan u voorheen gewend was. Dat is vaak niet makkelijk maar levert wel winst op. Cognitieve behandeling wordt vaak gegeven door een ergotherapeut, psycholoog en maatschappelijk werker. U kunt u hiervoor laten verwijzen naar de polikliniek revalidatie bij u in de buurt. Dat kan ook nog lang na de SAB. Vaak komen onzichtbare gevolgen pas na een tijdje op de voorgrond te staan. Ook dan is diagnostiek van deze problemen nog nodig, zodat u kunt werken aan compenseren, herstel en accepteren. Zie de column ‘Cognitieve revalidatie natuurlijk ook in de chronische fase’ geschreven door professor dokter Anne Visser-Meily, hoogleraar Revalidatiegeneeskunde bij UMCU (Hersenletsel Magazine lente 2015).
‘Ik voel me zo moe’
Het kan ook zijn dat u zich niet fit voelt, instabiel ter been bent, of bang bent om weer te bewegen of te rennen. Misschien dat uw conditie verslechterd is. Het is belangrijk om uw activiteiten rustig op te bouwen. Iedere dag een wat groter rondje wandelen of een wat langere afstand fietsen kan helpen. Vindt u het moeilijk om zelf uw conditie te verbeteren dan kan een fysiotherapeut u helpen. Vaak heeft een fysiotherapiepraktijk ook een groepsfitness programma.
Veel mensen overschatten hoeveel ze iedere dag bewegen. U kunt dat zelf beoordelen door een paar dagen een stappenteller te gebruiken (te downloaden op uw mobiele telefoon). Zie de column ‘Kom in beweging’ geschreven door professor dokter Anne Visser-Meily, hoogleraar Revalidatiegeneeskunde bij UMCU (Hersenletsel Magazine winter 2013).
Verder is het belangrijk om doe- en denktaken goed af te wisselen en structuur in dag en week aan te brengen. Indien u dat moeilijk vindt of steeds toch te veel doet kan een ergotherapeut u leren hoe u de activiteiten over de dag en week kunt plannen.