Tijdens mijn werk

Carola is geboren in 1967 en ontdekte in 2010 dat ze een ongebarsten aneurysma in haar hoofd heeft. Ze vertelt zelf haar verhaal.

Mijn verhaal: 

“Tijdens mijn werk werd ontdekt dat ik een aneuryma had”

Carola: “Eind januari 2010 ging ik als undercover-journaliste naar PreScan in Duitsland. PreScan is een bedrijf dat preventieve onderzoeken doet bij iedereen die wil weten hoe het met zijn of haar gezondheid is gesteld. Ik ging daar undercover naar toe omdat het hoofdkantoor van PreScan een ervaringsverhaal wilde plaatsen in het blad waar ik voor schreef. Oftewel: ik mocht van hen gratis een volledig lichamelijk onderzoek ondergaan, en daar zou ik dan een verhaal over schrijven.

Kerngezond

In Duitsland kreeg ik een Total Body Scan met allerlei MRI en CT-scans. Natuurlijk hebben mijn man en ik vooraf wel stilgestaan bij het feit dat er misschien iets gevonden zou kunnen worden, maar dat leek ons alleen maar fijn. Ik word liever overvallen door de diagnose, dan door de gevolgen. Bovendien voelde ik me kerngezond, dus ik verwachtte eigenlijk geen gekke dingen. En toen ontdekten ze halverwege de dag dat ik een hersenaneurysma had.

Tikkende tijdbom

Toen ze bij PreScan zeiden dat ik geen enkel onderzoek meer mocht doen, zelfs geen fietstest, omdat ze het risico niet wilden nemen dat door de grote inspanning het aneurysme zou kunnen knappen, drong het een beetje tot me door. Ik heb een tijdbom in mijn hoofd. Oke, een heel kleintje die misschien stilstaat of misschien heel langzaam tikt, maar toch. Het eerste weekend heb ik niets anders gedaan dan huilen in de armen van mijn man. Ik voelde zoveel pijn en wanhoop: bij alles wat ik deed vroeg ik me af of het misschien wel de laatste keer zou zijn. Doemscenario’s schoten door me heen: mijn man, met wie ik op dat moment 26 jaar samen was, zou er alleen voor komen te staan. Ik zou onze vier jonge kinderen niet meer zien opgroeien: Lonneke nooit meer zien hockeyen, Luuk en Daan niet meer zien voetballen en Evi nooit meer zien dansen. Mijn leven stond totaal op z’n kop. Ik was toen 43 jaar en wist natuurlijk best dat ik ooit dood zou gaan. Maar de schok dat het daadwerkelijk ineens afgelopen kon zijn, kwam een stuk harder aan dan ik verwacht.

De kinderen weten het ook

Pas anderhalve maand later hebben we het de kinderen verteld. Eerst wilden we er zelf wat rustiger onder zijn en meer informatie hebben. Het had in onze ogen geen zin om bijvoorbeeld Lonneke, die net voor haar CITO-toets zat, van slag te maken. We hebben hen verteld dat ik een soort ballonnetje in mijn hoofd heb, dat kan knappen, of dat nog heel lang zo klein kan blijven. Ze vroegen wel of ik er dood aan kon gaan. Daar hebben we wel ja op gezegd, maar we hebben ook uitgelegd dat de kans daarop de komende vijf jaar 1% is. En dat zij, als ze niet zouden uitkijken met oversteken, waarschijnlijk meer gevaar liepen dan ik. Ze namen het goed op en op school, die we vooraf hadden ingeseind, hebben ze er gewoon over verteld.

Positief

Ook voor mijn man was het een schok. Inmiddels zijn we er samen wel uit en zien we het ‘weten’ vaak zelfs als een cadeautje, maar in 2010 was het een bom. Nu weten we dat er wat aan gedaan kan worden, mijn aneurysma wordt in de gaten gehouden en er kan preventief in gegrepen worden wanneer het ding groeit. Het heeft ook positieve kanten: mijn man ging ineens mee boodschappen doen, omdat hij vond dat ik niet zwaar mag tillen. En hij spreekt nu meer dan ooit hardop uit hoeveel ik voor hem en de kinderen beteken. Dat wist ik stiekem wel, maar het is echt geweldig om het vaak te horen.

Vroege midlifecrisis

Ik zeg vaak dat ik door het aneurysma mijn midlife crisis al gehad heb. Door de wetenschap dat ik het ding heb en dat ´ie wel eens zou kunnen knappen, heb ik ernstig nagedacht wat ik nog zou willen doen met mijn leven. Ik wilde een bucketlist opstellen. Maar ik ontdekte al snel dat ik helemaal geen zin had om de Mount Everest te beklimmen, uit een vliegtuig te springen of diepzee te duiken. Ik wilde juist meer van wat ik nu al leuk vond: meer genieten van de kinderen, meer bijzondere vakanties met ons gezin en bijvoorbeeld meer echte gesprekkken met mensen die me raken. En dus geniet ik nu bewuster van de alledaagse dingen. Er gaan weken voorbij dat ik er niet aan denk, maar het zit toch altijd in mijn achterhoofd. 

Vind ik het vervelend dat ik het weet? Nee. Het aneurysma heeft me ook veel goeds gebracht.”